e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

Gevonden: 1928
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met een priktol spelen doppen: dobbe (Hunsel) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met tegenzin tegen wil en dank: tege wil en dank (Hunsel) tegen heug en meug [SGV (1914)] III-1-4
met tussenpozen regenen neetselen: neetsələ (Hunsel) af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)] III-4-4
metselaar metselaar: mɛ ̝tsǝlē̜r (Hunsel), mɛ ̝tsǝlīǝr (Hunsel) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metselen metselen: mɛtsǝlǝ (Hunsel) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
metworst braadworst: braodwòst (Hunsel) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
middag (s middags) middag: middəch (Hunsel) middag [RND] III-4-4
middagdutje ungeren (zn.): unjere (Hunsel) middagdutje [SGV (1914)] III-1-2
middagdutje doen dutje doen: ei dutje doone (Hunsel) middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] III-1-2
middagdutje doen (b) slapen: sloape (Hunsel) middagdutje [SGV (1914)] III-1-2