e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijkdom rijkdom: ri.gdum (Hunsel) rijkdom [RND] III-3-1
rijp rijp: rīēp (Hunsel) rijp [RND] III-2-3
rijp, rijmx rijm: rīēm (Hunsel) rijm (op boomen) [SGV (1914)] III-4-4
rijshout, bonenstaak rijs: ries (Hunsel, ... ), riezer (Hunsel) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)] || rijzen (mv.) [SGV (1914)] I-7
rijstebrij rijstepap: rīēsəpap (Hunsel) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
rijtuig rijtuig: ritȳx (Hunsel) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13
rimpels fronsels: frunsele, frunsel (Hunsel) Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)] III-1-1
ring ring: ene rrihngk-S-S (Hunsel) ring [GTP] III-1-3
ringen naasringen: gǝnāsreŋtj (Hunsel), ringen: reŋǝ (Hunsel) Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.] I-12
ringen, randen verwijderen van peulvruchten liezen: leze (Hunsel) [SGV (1914)] I-7