e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

Gevonden: 1928

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balkenbrij balkenbrij: balkenbrije (Hunsel), brij: briej (Hunsel) balkenbrij [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] III-2-3
balorig slecht gemutst: slecht gemötstj (Hunsel), wars: Opm. = wars.  wês (Hunsel) baloorig [SGV (1914)] III-1-4
band reep: ręjp (Hunsel) In het algemeen de band die de houten duigen van een vat of kuip omspant en bijeenhoudt. De band is doorgaans van ijzer vervaardigd. Vroeger werden ook houten banden gebruikt. [A 19, 1a; monogr.] II-12
bandiet bandiet: bandiet (Hunsel), schurk: Opm. = schurk.  sjork (Hunsel) bandiet [SGV (1914)] III-3-1
barmsijs bergsijs: bèrgsies (Hunsel) barmsijs III-4-1
barrevoets barrevoets: baerəvəs (Hunsel), barvoets: bervus (Hunsel) barrevoets [SGV (1914)] || blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: beͅt (Hunsel) bed [RND] III-2-1
bedevaart bedevaart: Opm. is eigenlijk meervoudsvorm, dus bedevaarten.  beverte (Hunsel) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedorven ei vuile eieren: vul ęi̯ǝr (Hunsel) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedriegen: bedrege (Hunsel) bedriegen [SGV (1914)] III-1-4