e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meikever koning: kuuëning (Hushoven), mulder: mölder (Hushoven), predikant: priddekant (Hushoven), prittekânt (Hushoven), spirtelekant (Hushoven) meikever || meikever, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
meisje maagdje: maechtje (Hushoven), mègtje (Hushoven), pul: pöl (Hushoven) meisje || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft geliefde: geleêfdje (Hushoven), liefste: leefste (Hushoven), meid: meid (Hushoven) geliefde, liefje || Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is aanstaande: aanstaonde (Hushoven) Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
melde schietmelde: scheetmîltj (Hushoven) melde III-4-3
melk melk: mɛlk (Hushoven), mɛlǝk (Hushoven) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk zeven zijen: zei̯ǝ (Hushoven) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkstoeltje melkstoeltje: mɛlkstø̄lkǝ (Hushoven) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melkzeef zijschotel: zei̯sxuǝtǝl (Hushoven), zęi̯sxōtǝl (Hushoven) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
menen menen: meîne (Hushoven) menen, denken, bedoelen III-1-4