18197 |
broek: algemeen |
boks:
boks (L289a Hushoven),
hae hiltjz⁄n boks op mèt ⁄nne laere reem (L289a Hushoven),
men maakt een onderscheid tussen een klepbroek en een gewone broek
boks (L289a Hushoven)
|
Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
24913 |
broekland, moeras |
broek:
broôk (L289a Hushoven),
moer:
(meervoud: moore).
moor (L289a Hushoven),
moeras:
moeras (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven),
moest:
moeëst (L289a Hushoven),
tus:
tus (L289a Hushoven),
(zo wordt het ook genoemd).
tis (L289a Hushoven),
zomp:
zômp (L289a Hushoven)
|
moeras [DC 02 (1932)] || moerasland, drassig land || moerassig land || moerassige grond, verende grond in een stuk weiland
III-4-4
|
18309 |
broeksriem |
riem:
hae hiltjz⁄n boks op mèt ⁄nne laere reem (L289a Hushoven)
|
Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
broor (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven,
L289a Hushoven,
L289a Hushoven,
L289a Hushoven,
L289a Hushoven,
L289a Hushoven)
|
broeder [DC 05 (1937)] || broer [DC 03 (1934)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
20769 |
brood |
brood:
broeed (L289a Hushoven),
broèd (L289a Hushoven)
|
brood [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
20710 |
broodje |
kadetje:
kedet’je (L289a Hushoven),
pistolet:
Fr. pistolet Verklw. pisteleeke
pistelee (L289a Hushoven),
schietspoel:
Verklw. scheetspeulke
scheetspool (L289a Hushoven)
|
broodje || klein broodje met deuk || langwerpig broodje
III-2-3
|
20670 |
broodpap |
brokkelpap:
Verklw. brokkelpepke
brokkelpap (L289a Hushoven)
|
zwartbrood, gebrokkeld in botermelk
III-2-3
|
20386 |
bruid |
bruid:
broed (L289a Hushoven),
broêt (L289a Hushoven)
|
bruid [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20387 |
bruidegom |
bruidegom:
broedegum (L289a Hushoven),
broêdegóm (L289a Hushoven)
|
bruidegom [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20371 |
bruidsmeisje |
bruidje:
in het wit gekleed meisje bij huwelijk of processie
bruûtje (L289a Hushoven)
|
bruidje
III-2-2
|