e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
litteken litteken: litteike (Hushoven) Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] III-1-2
loof van de bieten afplukken bladen: blāi̯ǝ (Hushoven) Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.] I-5
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: loeët (Hushoven) loot, ent III-4-3
lork lariks: lârks (Hushoven) larix III-4-3
losse paal met draad losse poort: losǝ port (Hushoven) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
luchtx lucht: locht (Hushoven, ... ) lucht [DC 03 (1934)] III-4-4
lucifer zwegeltje: zweegelke (Hushoven) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] III-2-1
lui lui: luî-j (Hushoven) lui III-1-4
lui (lieden) lui: leuj (Hushoven), lui-j (Hushoven) lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] III-3-1
luid schreien beuken: bäöke (Hushoven), brullen: brulle (Hushoven), toeten: toête (Hushoven), zumpen: zûmpe (Hushoven) hard huilen || hevig huilen || luid huilen III-1-4