e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuil waterx vuil water: voel (water) (Itteren) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuistslag op de rug slag: slaog (Itteren) Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)] III-3-2
waarschuwen schreeuwen: sjrievə (Itteren) het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)] III-4-1
wachthouden bij een dode waken: waake (Itteren) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
warm weerx warm (weer): werrem (Itteren) warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
waterige kost slobber: sjlobber (Itteren) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3
waterloot waterscheut: WLD  water sjeut (Itteren), wáátersjeut (Itteren) Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)] III-4-3
wecken inmaken: inmaake (Itteren), streepje op de n  inmaaku (Itteren), inwecken: inwekke (Itteren), streepje op de n  inwekku (Itteren) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weduwe wedevrouw: cf. WNT s.v. "weduvrouw"weduwe-, wede-, weed-, widde-, wed(de)vrouw  wedevrouw (Itteren) weduwe [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwnaar wedeman: cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman;  wedeman (Itteren) weduwnaar [DC 05 (1937)] III-2-2