e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterkussentje boterknap: booterknap (Itteren) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
bouwland akker: akǝr (Itteren), land: lant (Itteren), veld: vɛlt (Itteren) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
boveneinde van de stam kop: WLD  kòp (Itteren) Het dunne uiteinde van de stam, bovenaan (top, kop, topeind). [N 82 (1981)] III-4-3
bovenlip bovenlip: bōvelup (Itteren) bovenlip [DC 01 (1931)] III-1-1
braaf braaf: braaf (Itteren), ⁄t keent is braaf (Itteren), lief: ⁄t keent is leef (Itteren) braaf [DC 02 (1932)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] III-1-4
braamsluiper taats: taatsj (Itteren) Hoe heet de braamsluiper? [DC 06 (1938)] III-4-1
braamstruik bramelen: WLD  brómulu (Itteren), bramelenstruik: WLD  brómulusjtrōēk (Itteren) De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)] III-4-3
brandewijn franse: cognac  fraanse (Itteren), jenever: oude klare  sjeneever (Itteren) brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)] III-2-3
brasem brasem: WLD  briesum (Itteren) Hoe noemt u de brasem: een zoet- en brak watervis die voorkomt in stilstaande tot traagstromende wateren. Het lichaam is hoog en zijdelings afgeplat. De buikvinnen staan achter de borstvinnen voor de rugvin. De anaalvin is sterk ingesneden. De bovenste he [N 83 (1981)] III-4-2
brasser nachtbraker (zn.): nachbraker (Itteren) woest en wild leven, met veel cafés bezoeken [wilden] [N 87 (1981)] III-3-1