e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong en kaal vogeltje kweker: kweker  kweiker (Itteren) een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kak: kak (Itteren) nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: WLD  joonk (Itteren) Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] III-4-2
jong varken bagje: bɛkskǝ (Itteren) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: WLD  blik (Itteren) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge gans gansje: gɛi̯skǝ (Itteren) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lammetje: lɛmkǝ (Itteren) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge vrouw jonkvrouw: joonkvrouw (Itteren) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2
jongen mannetje: cf. WNT s.v. "menneke"; cf. VD s.v. "manneke  menneke (Itteren), mensje: mensje (Itteren) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft liefste: leeste (Itteren, ... ) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2