e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Itteren

Overzicht

Gevonden: 1364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
notendop schaal: WLD  sjáál (Itteren), schelp: WLD  sjellup (Itteren), schulp: WLD  sjullup (Itteren) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
ochtend (vanmorgen ochtend: veurdemiddig (Itteren) s morgens) [DC 65 (1990)] III-4-4
oever boord: de bad (Itteren), kant: kant (Itteren, ... ) oever [DC 02 (1932)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes momentje: e memeentje (Itteren), ogenblikje: augeblikske (Itteren, ... ) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
olie smout: smaaijt (Itteren) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
onbeleefd bot: bot (Itteren), leich?: leich (Itteren) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd boerachtig: boeretig (Itteren), lomp: loomp (Itteren), onbeschoft: onbeschof (Itteren) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbewolkt klaar: klaor (Itteren) wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onbruikbare voorraad bocht: boch (Itteren), breugel: breugel (Itteren) allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)] III-3-1
ondereinde van de stam vot: WLD  vòt (Itteren) Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)] III-4-3