e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zonder opzet zonder opzet: zonger opzet (Ittervoort) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4
zool van een schoen zool: zaol (Ittervoort) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag hoogstuk: hȳǝxstøk (Ittervoort) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zorgen voor oppassen: oppasse (Ittervoort) toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
zuchten kuimen: kuume (Ittervoort) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuiken: zōēke (Ittervoort) zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuigfles fles: de fles (Ittervoort) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2
zuinig conome (fr.): Van Dale (FN): économe2, zuinig, spaarzaam.  econoom (Ittervoort) van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)] III-3-1
zure haring rolmops: rolmops (Ittervoort) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zure oprisping zooi: zooi branje (Ittervoort, ... ) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2