e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jabeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbranden verbranden: vǝrbrɛnǝ (Jabeek) Bij een te hoge oventemperatuur zal de korst, speciaal de bovenkorst, verkolen. [N 29, 66a; monogr.] II-1
verhaal vertelsel: vertelsel (Jabeek) verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verhitten opwarmen: opwèrmə (Jabeek) verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)] III-2-3
verhogen duurder worden: dūūrder werde (Jabeek) verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkwanselen vertuitelen: vertuutele (Jabeek) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen billiger (du.) worden: billiger werde (Jabeek) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verschaald verschaald: vərsjaoəlt (Jabeek) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
verschuldigd zijn in een zwart blaadje staan: in ee zwart blädje stoan (Jabeek) Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)] III-3-1
versierde schouderdoek sluier: schluier (Jabeek, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
verstekhaak hoek: hō.k (Jabeek) Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.] II-9