e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jabeek

Overzicht

Gevonden: 1252
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omslagdoek over mantel of jak doek: dook (Jabeek) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omwalde akker hof: hǭf (Jabeek) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
onbetrouwbare koopman kramer: ene kremmer (Jabeek), onbetrouwbare, een ~: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  een onbetrōēbaar persōēan (Jabeek) Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] III-3-1
onderbeschuit buik: būak (Jabeek) Er was gevraagd naar de "onderkant van de beschuit". Het kan echter zijn dat een enkel woordtype duidt op "beschuit die van het onderste gedeelte van de beschuitbol wordt gebakken". [N 29, 65b] II-1
ondergoed ondergoed: ongergōōd (Jabeek) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
onderhandelen handelen: hanjele mit ene (Jabeek) Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)] III-3-1
onderhemd hemd: humme (Jabeek) onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] III-1-3
onderjurk onderrok: òngerrok (Jabeek) onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)] III-1-3
onderoven amerlok: ǭmǝrlǭk (Jabeek), asoven: ɛšǭvǝ (Jabeek) De ruimte beneden in de oven. Deze onder-oven heeft zowel in het bakhuis als in de bakkerij verschillende gebruiksmogelijkheden. De as wordt erin geborgen en eventueel wordt het hout erin gedroogd. Soms functioneert deze ruimte als rijsplaats voor het brood. Aardappelen kunnen erin bewaard worden evenals rapen, wortelen en bieten. Zelfs broedgrage hennen worden erin opgesloten (Weyns 68). De informant van Q 97 vermeldt nog de functie van "weegplaats voor fruit" voor deze onveroven, waarvan de informant uit L 269a zegt dat die zes vierkante meter groot is. Zie afb. 10. [N 29, 5a; N 29, 5b; monogr.] II-1
onderrok onderrok: òngerrok (Jabeek) onderrok (niet onderjurk) [sjort, onderschort, sjörket, zjuupke] [N 24 (1964)] III-1-3