e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jabeek

Overzicht

Gevonden: 1252
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pullover pullover: pullover (Jabeek) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
puntmuts puntmuts: puntmutsj (Jabeek), puntmùtsj (Jabeek) muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] || puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3
put lok: lǭǝk (Jabeek) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
pyjama pyjama {pijama}: pyjama (Jabeek) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raamwerk geraamte: geraamte (Jabeek) Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e] II-9
raar, vreemd raar: raar (Jabeek) raar [DC 02 (1932)] III-1-4
ragebol spinnenkop: eigen spellingsysteem  sjpènnekop (Jabeek) ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rammelaar rammelaar: remməlèr (Jabeek) konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1
rand van een hoed luif: leuf (Jabeek) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
ranzig gats: gàts (Jabeek) ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3