| 21971 |
duiven inzetten |
inkorven:
inkorven (Q157p Jesseren)
|
Hoe heet het inzetten van duiven in wedstrijden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22098 |
duiven keuren |
lyamineren:
lyamineere (Q157p Jesseren)
|
de duif keuren in het hok om over de deelneming aan een vlucht te beslissen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22035 |
duiven kweken |
slagduiven houden:
slagdauve hage (Q157p Jesseren)
|
Wat is de dialectbenaming voor: duiven houden voor de voortplanting alleen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22113 |
duiven terugbrengen |
terugbrengen:
teruk brengen (Q157p Jesseren)
|
de duiven terugbrengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21965 |
duivenhok |
duivenkot:
dòuivəkòt (Q157p Jesseren),
dǫu̯vǝkǫt (Q157p Jesseren),
kot:
kot (Q157p Jesseren)
|
Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] || Hoe heet de woonplaats van de duif? [N 93 (1983)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker]
I-6, III-3-2
|
| 22156 |
duivenhok als een apart gebouw |
hofkot:
haofkot (Q157p Jesseren)
|
een duivenhok als een apart gebouw? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22079 |
duivenhok op een zolder |
zolderkot:
zolderkot (Q157p Jesseren)
|
een duivenhok op een zolder? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21993 |
duivenklok |
toulet:
toelet terugdraogen (Q157p Jesseren),
toelet(appareil) (Q157p Jesseren)
|
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)] || de klok van de speler? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22096 |
duivenkweker |
botti (<wa.):
bottie (Q157p Jesseren)
|
een persoon die duiven houdt om te kweken en te verkopen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22014 |
duivenmand |
kever:
kīvǝr (Q157p Jesseren),
kiever:
kiever (Q157p Jesseren),
korf:
keurf (Q157p Jesseren)
|
Een rechthoekige mand met deksel waarin duiven worden vervoerd. Zie ook afb. 283. [N 20, 50; N 40, 78; N 40, 95; N 40, 102; monogr.] || Hoe heet verder in Uw dialect: een gewone duivenmand (bijv. om naar het inkorvingslokaal te gaan)? [N 93 (1983)]
II-12, III-3-2
|