e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hiel vers: vas (Jeuk) hoe heet het achterdeel van de voet (fr. talon) [ZND 29 (1938)] III-1-1
hiel (26) vas: vas (Jeuk) vers [N 93 (1983)] III-3-2
hielpand [wld ii.10, p. 24] vers: [Afzonderlijke bladzijde met gegevens voor Jeuk; zie tekening v.d. informant] Bij vrouwen ook hoege vas of veske.  vas (Jeuk) Hoe noemt u het gedeelte van de schoen dat afgebeeld is op tek. 17? (hiel) [N 60 (1973)] III-1-3
hielstuk van een schoen contrefort (fr.): [Afzonderlijke bladzijde met gegevens voor Jeuk; zie tekening v.d. informant] Versteviging. Zowel voor mannen als voor vrouwen.  contrefort (Jeuk) Een stijf stuk leer tot meerdere stevigheid in de schacht aan de hielkant tussen leer en voering vastgekleefd (contrefort, hielstijf, bezetsel?) [N 60 (1973)] III-1-3
hiernamaals na de dood: nö de doewed (Jeuk) Het hiernamaals, het namaals, het leven na dit leven. [N 96D (1989)] III-3-3
hijgen hijgen: hijge (Jeuk), kuimen: kø̜̄mǝ (Jeuk) [JG 1a, 1b]Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)] I-11, III-1-2
hijgen naar adem, reutelen de doodsratel hebben: hij heeft den doedsra͂tel (Jeuk), reutelen: reutelen (Jeuk) hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)] || Hoe zegt men van een stervende, die naar adem hijgt of reutelt? [ZND 41 (1943)] III-2-2
hijswerktuig bij het stuikblok palan: palã (Jeuk) Kraan of takel waarmee men zware, te stuiken werkstukken op kan hijsen om ze vervolgens op het stuikblok te laten vallen. In verschillende smederijen (o. m. in Q 99* en Q 111) was een dergelijk werktuig niet gebruikelijk. [N 33, 286] II-11
hinkelblokje hinkkei: henkkei (Jeuk) Hoe heet het stukje hout of steen dat hierbij wordt gebruikt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelen hinken: Hinkelen.  henken (Jeuk) hinkelen [N 112 (2006)] III-3-2