e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hondenhok hondskot: hoͅntskoͅt (Jeuk), hondsstal: hoͅnsstal (Jeuk) hondenhok [ZND 38 (1942)] III-2-1
hondsdraf kruip door de tuin: (Onderstreept bij de gesuggereerde woorden. Een doorhaling onder tuin doet echter vermoeden, dat de opgave later is vervangen door kruipt-door-dhaag. - Onduidelijk)  kruip door de tuin (Jeuk), kruipt door de haag: kruipt-door-d’haag (Jeuk), onderhaaf: onderhaaf (Jeuk), onderhaag: onderhaag (Jeuk) Hondsdraf (glechoma hederacea 20 tot 60 cm groot. De stengels zijn kruipend met opgerichte, bloeiende takken; de bladeren zijn rond of niervormig met een hartvormige voet, de bladrand is gekarteld; de bloemen groeien in kransen in de bladoksels, blauwpa [N 92 (1982)] III-4-3
hondsviooltje flettertje: flétterke (Jeuk) Hondsviooltje, 5 tot 35 cm groot. De stengels zijn liggend of opstijgend; de bladeren alleen aan de stengels, en hebben ongevleugelde stelen. De bladeren zijn eivormig-langwerpig, meestal met hartvormige voet; de steunblaadjes zijn klein en getand; de blo [N 92 (1982)] III-4-3
honing honing: howneŋk (Jeuk), hǫwneŋk (Jeuk) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd (spotnamen) dikke tets: dikken tjes (Jeuk), dikkop: dikkop (Jeuk) Spotbenamingen voor het hoofd [N 109 (2001)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoefaltaar (Jeuk) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofddoek neusdoek: nøi̯zduk (Jeuk) Hoofdbedekking ter bescherming tegen de felle zon in de oogsttijd. De laatste opgaven van het lemma, met het type hoed, zijn allicht geen hoofddoeken, maar hoofdbedekkingen. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c] I-4
hoofdkaas hoofdkaas: hy(3)̄ətkēs (Jeuk) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3
hoofdkussen kussen: kussen (Jeuk) hoofdkussen [ZND 27 (1938)] III-2-1
hoofdpijn koppijn: koppijn (Jeuk), pijn zijn hoofd: pijn m`n huut (Jeuk) ik heb hoofdpijn [ZND 34 (1940)] III-1-2