e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
octaaf octaaf (<fr.): octaaf (Jeuk) Een octaaf, periode van 8 dagen ter viering van een groot kerkelijk feest. [N 96D (1989)] III-3-3
oever kant: kant (Jeuk) oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
offerande offerande (<fr.): den offerand (Jeuk) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerblok: offerblok (Jeuk) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
offergang offergang: offergank (Jeuk) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offergeld offergeld: offergeld (Jeuk) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben toelating: taalaawting (Jeuk) Hoe heet verder in Uw dialect: de officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben? [N 93 (1983)] III-3-2
ogenblikje, korte tijd, eventjes beetje: bitje (Jeuk), rek: rek (Jeuk) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || even [ZND 34 (1940)] III-4-4
oksaal doksaal: doksjoal (Jeuk), oksaal: enne schoenen oksoal (Jeuk), iene schoebe okzaul (Jeuk), oksaowl (Jeuk) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel onder de arm: onder oer erm (Jeuk) Oksel (oksel, onder de arm). [N 109 (2001)] III-1-1