e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
torenhaan t hantje van dn taore?].: heenke van den toon (Jeuk) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits kerktoren: kerktoon (Jeuk) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk horloge (fr.): örlouje (Jeuk) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
tornen losdoen: losdun (Jeuk) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
traag lui: lui (Jeuk) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] III-1-4
traag praten zemelen: zemele (Jeuk), zàimele (Jeuk) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1
trage vrouw sara: sara (Jeuk) een domme trage vrouw [sarut, sara] [N 85 (1981)] III-1-4
traktatie bij het plaatsen van de mei traktatie (<lat.): trakouwtie (Jeuk) De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
traktatie van de bruidegom (kwansel) ton: een ton geve (Jeuk), traktaat (<lat.): traktaawt (Jeuk) De tractatie van de bruidegom aan de jongelingen in zijn buurt [kwansel]. [N 88 (1982)] III-3-2
traktatie van jonggehuwden trakteren (<lat.): trakteire (Jeuk) De tractatie van jonggehuwden aan de buurt [lepik, dourt, hertlooi]. [N 88 (1982)] III-3-2