33692 |
brede landweg |
dreef:
drɛf (P219p Jeuk)
|
Brede landweg of een niet-openbare weg door bouw- of weiland. [N 5A, 75a; S 7; Wi 17; L 23, 31a; L 23, 31b; L 1a-m; L 40, 25; monogr.]
I-8
|
33138 |
breeddorser |
langdorser:
laŋdǫsǝr (P219p Jeuk)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
24475 |
brem |
brem:
-
brem (P219p Jeuk)
|
brem: lage heester met gele zijstandige bloemen, die in de heide of ok langs spoorbanen groeit; fr. genêt; lat. genista [ZND 32 (1939)]
III-4-3
|
24563 |
bremraap |
smeerwortel:
smeerweuttel (P219p Jeuk)
|
Bremraap (orobanche rapum-genistae). De meeldraden beginnen helemaal onderaan op de binnenzijde der kroonbuis. Ze zijn aan hun voet onbehaard. De bloemen zijn 2 tot 2, 5 cm lang, licht roodbruin of vleeskleurig. Woekert bijna uitsluitend op de brem. De fo [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18392 |
bretel |
bretel (<fr.):
bretelle (P219p Jeuk)
|
draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)]
III-1-3
|
21250 |
brief |
brief:
briif (P219p Jeuk)
|
brief [RND]
III-3-1
|
21205 |
briefkaart |
postkaart:
postkaart (P219p Jeuk)
|
de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
blazen:
bloǝzǝ (P219p Jeuk)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
19419 |
briket |
briket:
brik (P219p Jeuk),
eitjes:
eikes (P219p Jeuk),
kluit:
geperste blokken kolen
kluit (P219p Jeuk)
|
(Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] || kluit, steenkoolbriket [ZND 28 (1938)]
III-2-1
|
19245 |
broeden |
broeden:
bruje (P219p Jeuk),
uitbroeden:
aatbroeije (P219p Jeuk)
|
Hoe heet verder: broeden? [N 93 (1983)] || ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-2
|