e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
communiezang communiezang: communezang (Jeuk) Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)] III-3-3
compartiment compartiment (<fr.): compartement (Jeuk), coup (fr.): coupé (Jeuk) compartiment [N 102 (1998)] III-3-1
completen te deum laudamus (lat.): Te Deum Laudamus (Jeuk) De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)] III-3-3
concubine teef: z`n teef (Jeuk) Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)] III-3-3
conferentie conferentie (<lat.): conferensie (Jeuk) Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
congregatie van de heilige familie redemptoristen (<lat.): i.e. op de Stenaert berg.  redemptoristen op stenent (Jeuk) De congregatie van mannen (Aartsbroederschap der H. Familie). [N 96D (1989)] III-3-3
consecratie consecratie (<lat.): consecrauwtie (Jeuk) De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
consecratiekaars consecratiekaars: de consekrauwse kas (Jeuk) De consecratiekaars. [N 96B (1989)] III-3-3
constateren constateren: Opm. v.d. invuller: dat gaat automatisch, of bij het insteken.  constateren (Jeuk) het neerdrukken van een knop of hendel om de tijd op te tekenen? [N 93 (1983)] III-3-2
contrefort contrefort: contrefort (Jeuk) Het stijve stuk leer dat tot meerdere stevigheid in de schacht wordt vastgekleefd, aan de hielkant, tussen leer en voering. "De contreforts (stijven) snijdt men steeds zoo dat zij den hiel omsluiten en zij mogen niet hooger of lager zijn, dan hun bestemming vordert. Te hooge contreforts schuren tegen den buitenenkel, te lage geven geen vastigheid, geen stand. Ook moeten zij van geschikte lengte zijn, n.l. dat zij behoorlijk tot vóór de hak in het hol reiken. Boven schalmt men de contreforts goed af, wat naar onderen toe minder het geval mag zijn. Ook zorge men dat de contreforts boven het nodige slot hebben, zoodat zij goed tegen de leest aanliggen." (Knöfel I, pag. 194). Zie afb. 36. [N 60, 80] II-10