| 22387 |
de kaarten schudden |
mengelen:
mengelen (P219p Jeuk),
ondersteken:
de keate ondersteke (P219p Jeuk),
ondersteken (P219p Jeuk),
steken:
stejken (P219p Jeuk)
|
Hoe heet het dooreenmengen van speelkaarten? Vertaal: De kaarten goed ... [ZND 36 (1941)] || Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22388 |
de kaarten steken |
steken:
steken (P219p Jeuk),
troggelen:
truggele (P219p Jeuk)
|
de kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken] [N 112 (2006)] || De kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 23697 |
de kerkgang maken |
de kerkgang doen:
de kerkgank doen (P219p Jeuk)
|
De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22134 |
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen |
terugbrengen:
tallet trukbrenge (P219p Jeuk)
|
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22538 |
de mei vieren |
de mei steken:
mei = een bloemstuk
de mei steke (P219p Jeuk),
de mei vieren:
de mei viere (P219p Jeuk)
|
de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)] || de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)]
III-3-2
|
| 33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dękǝ (P219p Jeuk)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|
| 23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mès diene (P219p Jeuk)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mès doen (P219p Jeuk)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23686 |
de missie preken |
de missie (<fr.) preken:
de missie preke (P219p Jeuk)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22117 |
de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht |
vriend:
een vriend (P219p Jeuk)
|
Hoe zegt men: de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht? [N 93 (1983)]
III-3-2
|