e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diabolo diabolo: diabolo (Jeuk) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
diaken diaken: diaken (Jeuk) Een geestelijke die een gebied heeft, maar niet mag dopen, begraven of trouwen. [N 96D (1989)] III-3-3
diarree afgang: mensen  afgank (Jeuk), rappe, de -: den rappe (Jeuk), schijt: skeit (Jeuk), skęi̯t (Jeuk), vulgair  skijt (Jeuk) Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] || Diarree, buikloop (prutsj, loperij, aan de schiet, dunne, weke). [N 107 (2001)] || Te dunne ontlasting, buikloop. [N 76, 51a; N 76, 51b] I-12, III-1-2
diarree hebben spellen: spɛlǝ (Jeuk) Te dunne ontlasting hebben, buikloop. [N 76, 51b; N 76, 51a] I-12
dief dief: dief (Jeuk), schelm: schelm (Jeuk) dief [ZND 23 (1937)] III-3-1
dienstplicht moeten doen binnen moeten: binnenmoeten (Jeuk) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
diep diep: dei̯p (Jeuk) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
diepzinnig domme: tes eenen doemme (Jeuk) Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)] III-1-4
dier, beest beest: ook in ZND 23, 009  bies (Jeuk) dier [ZND 01 (1922)] III-4-2
dij dik van het been: het dik van het bien (Jeuk) Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1