25066 |
gering aantal, een paar |
paar:
een paawr (P219p Jeuk)
|
een gering aantal [paar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
32979 |
gerst |
gerst:
gas (P219p Jeuk)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
21100 |
gerstebier |
gerstebier:
gastebier (P219p Jeuk)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|
21893 |
geschenk |
cadeau (fr.):
kado (P219p Jeuk)
|
dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21595 |
geschiedenis |
geschiedenis:
n geschiedenis vertelle (P219p Jeuk)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
24154 |
geschreeuw van leeuweriken |
schreeuwen:
skrieve (P219p Jeuk)
|
het geschreeuw van leeuweriken (kreeuwen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
20475 |
geslacht |
familie:
famielie (piet) (P219p Jeuk),
familie (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemecht:
gǝmɛx (P219p Jeuk)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
23491 |
gesloten kapelletje? |
kapelletje:
kapelleke (P219p Jeuk)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
geboete ram:
gǝbøtǝ ram (P219p Jeuk),
hamel:
hãmǝl (P219p Jeuk),
hǭmǝl (P219p Jeuk)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|