24198 |
krijsen |
keken:
kèke (P219p Jeuk)
|
een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21501 |
krijt |
krijt:
en steuk wit kruit (P219p Jeuk),
ne peil wit kruid (P219p Jeuk)
|
Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
21946 |
kringetjes maken rond de duivin (baltsverschijnsel) |
jagen:
jauge (P219p Jeuk)
|
Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: rond de duivin kringetjes maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17861 |
krioelen |
krioelen:
krioele (P219p Jeuk),
wemelen:
wemele (P219p Jeuk)
|
Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] || Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
18071 |
kroep |
kroep:
kroep (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17579 |
kroeshaar |
kroezelhaar:
kroezelhaar (P219p Jeuk)
|
Kroeshaar (kroezelen, kroezelhaar). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
25010 |
krom, met bochten |
krom:
kromp (P219p Jeuk)
|
afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17894 |
krommen, ombuigen |
buigen:
buige (P219p Jeuk),
krom maken:
kromp maoke (P219p Jeuk),
omplooien:
emploeiwjen (P219p Jeuk)
|
Krommen: een kromme gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien, krom maken) [N 108 (2001)] || Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] || Ombuigen: een andere richting geven (ombuigen, (om)plooien) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
31349 |
krompasser |
beenpasser:
bēnpɛsǝr (P219p Jeuk)
|
Passer met kromme benen waarmee de dikte van voorwerpen kan worden gemeten. Er bestaan twee uitvoeringen van de krompasser: één met veer en stelschroef en één met een scharnierpunt dat voldoende stroef is om de twee benen, na het uitzetten van de vereiste afmeting, in die stand vast te houden. De benen van de krompasser met stelschroef kunnen met een kartelmoer worden gefixeerd. Zie ook afb. 82. [N 33, 252c; N 64, 80b; N 66, 1b]
II-11
|
23381 |
kroonluchter |
luster:
luster (P219p Jeuk)
|
Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)]
III-3-3
|