17767 |
rug |
rug:
rug (P219p Jeuk),
røk (P219p Jeuk)
|
de rug [ZND 29 (1938)] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9, III-1-1
|
32882 |
rug van het blad van de zeis |
rug:
røk (P219p Jeuk)
|
De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b]
I-3
|
19404 |
rug van het lemmer |
botte kant:
botte kant (P219p Jeuk),
rug:
rug (P219p Jeuk)
|
De niet-scherpe zijde van een mes (rug, botte kant) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
17640 |
ruggengraat |
ruggenstrang:
ruggestrank (P219p Jeuk),
strang:
strank (P219p Jeuk)
|
Ruggegraat (ruggestrank, rozenkrans). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
17641 |
ruggenwervel |
wervel:
wervels (P219p Jeuk)
|
Wervel van de ruggegraat (welver). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
21094 |
rugstuk |
rugstaak:
rugstuk
rōͅkstōͅk (P219p Jeuk)
|
karbonaden [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
21936 |
ruien |
ruien:
raauwe (P219p Jeuk),
ruie (P219p Jeuk)
|
Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)] || veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 100 (1997)]
III-3-2, III-4-1
|
32578 |
ruige mest |
vers mest:
vǫs [mest] (P219p Jeuk)
|
Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.]
I-1
|
17737 |
ruiken |
rieken:
rikke (P219p Jeuk)
|
Rieken: door middel van reukzin gewaarworden (rieken, ruiken) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
22380 |
ruilen (als spel) |
mangelen:
mangele (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
mangelen (P219p Jeuk),
wille v`ns mangele (P219p Jeuk)
|
het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden]. [N 88 (1982)] || Willen we eens ruilen? [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|