21470 |
aangeven, verklikken |
aangeven:
aawngeve (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19975 |
aanhitsen |
ophitsen:
ophitsen (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17926 |
aanhoudend bepoetelen |
handvollen:
in betekenis van hamsteren.
hamfelen (P219p Jeuk)
|
Aanhoudend in de handen nemen (haffelen, hampelen, knoevelen). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
18883 |
aanhoudend klagen |
zeuren:
zòrə (P219p Jeuk)
|
aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21847 |
aanhoudend vragen |
pijpen:
pijpe (P219p Jeuk),
pijpen (P219p Jeuk)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21707 |
aankondigingskastje |
kastje:
kaske (P219p Jeuk)
|
de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22794 |
aanlopen |
zijn aanloop nemen:
z`n eanloep neeme (P219p Jeuk),
zenen aonloep néme (P219p Jeuk)
|
Om ver te kunnen springen, begint een jongen eerst te lopen; hoe zegt men in uw dialect: "De jongen moet ..."? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
28929 |
aanmeten |
(de) maat nemen:
mǫwt nęjmǝ (P219p Jeuk)
|
Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a]
II-7
|
21488 |
aanranden |
aanhouden:
aoenha (P219p Jeuk),
enhaa (P219p Jeuk),
attaqueren (<fr.):
attakeere (P219p Jeuk)
|
aanranden [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21872 |
aanrekenen |
afrekeling (zn.):
afrekeling (P219p Jeuk)
|
betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|