28999 |
zigzagsteek |
zigzagsteek:
zigzagsteek (P219p Jeuk)
|
Stikken met de zigzagmachine. De zigzagsteek kan op verschillende grootten worden ingesteld en voor allerlei doeleinden worden toegepast: voor het snel afwerken van naden, als borduur- of opvulsteek en voor het maken van knoopsgaten. [N 62, 16a]
II-7
|
23427 |
zijaltaar |
zijaltaar:
zijaltaar (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] || Op het priesterkoor [zijaltaar?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23354 |
zijbeuk |
zijbeuk:
zijbuuk (P219p Jeuk)
|
De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17644 |
zijde |
zij:
in de zijden (P219p Jeuk),
zij (P219p Jeuk),
zij(de):
zij(de) (P219p Jeuk)
|
ik heb pijn in de lendenen (in de rug) [ZND 30 (1939)] || Natuurprodukt dat wordt verkregen bij het afwikkelen van de cocons waarmee het zijderupsje zich omhult totdat het zich ontpopt tot vlinder (Morand, pag. 58). Het is de grondstof voor weefsels. [N 62, 79a; N 62, 75c; N 59, 201; L 8, 117; MW; monogr.] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
II-7, III-1-1
|
34580 |
zijladder |
oogstleren:
ūslīrǝ (P219p Jeuk
[(op wagen)]
)
|
Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.]
I-13
|
23805 |
zijn pasen houden |
zijn pasen houden:
zɛne Paose haan (P219p Jeuk)
|
Zijn Paasplicht vervullen, zijn Pasen houden, d.w.z. in de Paastijd, rond Pasen te biecht en te Communie gaan [ziene paose ha.lde, zien Paoskemunie doon]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19221 |
zijn woede luchten |
razen:
razen (P219p Jeuk)
|
zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23360 |
zijpad |
zijgang:
zijgank (P219p Jeuk)
|
Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24725 |
zijtak |
kwispel:
bij kersen
kweepsel (P219p Jeuk),
zijtak:
zijtak (P219p Jeuk)
|
Een zijtak (uittak, bezijden tak. [N 82 (1981)]
III-4-3
|