32759 |
meer dan een spade diep spitten |
diep graven:
dēp ˲[graven] (Q188p Kanne)
|
Om de ondergrond los te maken of naar boven te halen, moet men dieper spitten dan normaal. Men kan dan bij het graven van een voor op elke "bovenste" steek een diepere steek laten volgen, ofwel een gewone voor spitten om deze vervolgens dieper uit te steken. [N 11, 66; N 11A, 148c + d; N 27, 10a add.]
I-1
|
32635 |
meerscharige ploegen |
drievoorder:
dręi̯vø̄rdǝr (Q188p Kanne)
|
Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.]
I-1
|
21273 |
meester |
meester:
mīstər (Q188p Kanne)
|
(school)meester [RND]
III-3-1
|
22496 |
meetje steken |
schramen:
sjräöme (Q188p Kanne),
stöpke sjete-
sjräöme- (Q188p Kanne)
|
het spel waarbij men centen werpt in een bepald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken] [N 112 (2006)] || Wetenswaardigheden. [SND (2006)]
III-3-2
|
22458 |
mei |
mei:
de mèej (Q188p Kanne)
|
de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)]
III-3-2
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
mǭx (Q188p Kanne)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24331 |
meikever |
klever:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
klēͅvər (sic) (Q188p Kanne)
|
meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
liefste:
’n leeste (Q188p Kanne)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
18583 |
meisjesondergoed |
ondergoed voor mdchens:
oondergood vur meedskes (Q188p Kanne)
|
Meisjesondergoed, meisjeshemd [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18125 |
melaatsheid |
melaatsheid:
melaatshèìt (Q188p Kanne)
|
Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lepra, melaats, lazerij). [N 107 (2001)]
III-1-2
|