e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parel parel: parel (Kanne) Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] III-1-3
paren van de duiven koppelen: kopələ (Kanne) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parfum parfum: parfum (Kanne), parfö: (Kanne) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] || parfum: reukwerk III-1-3
pasgeboren kalf nuchter kalf: nø̄xtǝr [kalf] (Kanne) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
passen passen: passe (Kanne) Passen. Nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen, mikken] [N 114 (2002)] III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): de pastoer (Kanne), də pḁstōər (Kanne), pastu:r (Kanne), m  də pəstur (Kanne) pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)] III-3-3
pater pater (lat.): poͅ.tər (Kanne, ... ) pater [RND] III-3-3
peer, soorten peer: pair (Kanne) [ZND 21 (1936)] I-7
peetoom peter: pi-etər (Kanne), pjətər (Kanne) peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2
peettante paat: pāt (Kanne), pa͂t (Kanne), patemeu: patəmy:ə (Kanne) meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] III-2-2