e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoorsteengarnituur schouwgarnituur: šoͅu̯garnety(3)̄r (Kanne) schouwgarnituur III-2-1
schoot schoot: sjoêt (Kanne) Schoot: de ruimte in de bocht tussen onderlijf en dijen bij een zittend persoon (schoot, slip, slup). [N 106 (2001)] III-1-1
schop stamp: staamp (Kanne), tramp: traamp (Kanne) Trap: harde stoot met de voet (trap, schop, stamp, tree, tritt) [N 108 (2001)] III-1-2
schop, afdak voor landbouwgereedschappen schop: šop (Kanne), šǫp (Kanne) Het gedeelte van de boerderij-gebouwen waarin het los gereedschap, de karren, wagens en werktuigen worden opgeslagen. Soms stond deze bergplaats op zichzelf, maar doorgaans was ze tegen de schuur aangebouwd en bestond ze uit een groot afdak, zonder muren. Scherf is een contaminatie van ''schelf(t)'' en ''scherm''. Schaldij is eigenlijk "binnenplaats". Zie ook de plattegronden bij paragraaf 1.2. [N 5A, 73c en 80a; N 5, 105a, 106 en 107; JG 1a, 1b, 1c, 2a, 2b en 2c; L 1a-m; L B1, 179; L 6, 56 en 57; L 12, 1; L 19a, 11; Gwn 4, 1; S 1 en 50; monogr.] I-6
schoppen schoppen: sjəppe (Kanne) schoppen [ZND 06 (1924)] III-1-2
schoppen in het kaartspel schoppen: de kleuren: hatte, kemme, klaovere, sjöppe  sjöppe (Kanne) / [SND (2006)] III-3-2
schot schot: sjeut, twi sjeut (Kanne) Een schot, twee schoten (van een wapen). [ZND 06 (1924)] III-3-1
schotel schotel: šōtəl (Kanne, ... ) een ronde schotel [ZND 06 (1924)] || schotel [ZND m] III-2-1
schouder schouder: šouwərs ophōlə (Kanne) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schouderblad schouderblad: sjouwerblaot (Kanne) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft. schug). [N 106 (2001)] III-1-1