e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huid vel: vä:l (Kanne) huid, vel [N 10b (1961)] III-1-1
huidschilfers pelletjes: peləkəs (Kanne), schilfers: š"ləvərs (Kanne) schilfers op de huid [blusters] [N 10 (1961)] III-1-2
huiduitslag uitslag: ôêtslaog (Kanne) Huiduitslag: plaatselijke verandering van de huid in de vorm van vlekken, pukkeltjes, etc. (uitslag, pukkels, broebels). [N 107 (2001)] III-1-2
huig lelletje: lelke (Kanne) Huig: het kegelvormig uitsteeksel van het weke gehemelte aan de ingang van de keel; het lelletje in de keel (huig, huik, lel(ke), ziel). [N 106 (2001)] III-1-1
huisjesslak karakol: kakkerol (Kanne) slak, huisjesslak [ZND 06 (1924)] III-4-2
huismus, mus mus: møͅš (Kanne, ... ) mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)] III-4-1
huiveren bibberen: bebərə (Kanne), schuiveren: šūvərə (Kanne) huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] III-1-2
huiverig schuiverig: šūvərex (Kanne) huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)] III-1-2
huivering schuivering: šūvəreŋ (Kanne) huivering [gril] [N 10 (1961)] III-1-2
huppelen huppelen: huppele (Kanne) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen) [N 108 (2001)] III-1-2