e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoek van een stuk land tip: tø̜p (Kaulille) Een hoek of punt van een stuk land. [N P, 1; A 33, 10; monogr.] I-8
hoektroffel ronde hoek: rǫndǝ hǫk (Kaulille) Metselwerktuig om hoeken te bepleisteren. Het blad van de hoektroffel is V-vormig gebogen en biedt op deze wijze de mogelijkheid een zuivere lijn van het pleisterwerk te verkrijgen. Zie afb. 1c. In K 278 kende men 'hoekpleisters' voor een buitenhoek ('vør nǝn˱ bø̜̄jtǝnhuk') en voor een binnenhoek ('vør nǝn˱ benǝnhuk'). Ook de invuller uit Q 83 maakt dit onderscheid. Volgens de invuller uit Q 198a wordt de hoektroffel niet gebruikt door de metselaar, wel door de stucadoor. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '-(troffel)' en '-(truweel)' het lemma 'troffel'. [N 30, 8b; monogr.] II-9
hoepel reep: of reëp?  riëp (Kaulille), ring: n rīnk (Kaulille) Een hoepel (ijzeren of houten ring die door de kinderen voortgedreven wordt). [ZND 27 (1938)] III-3-2
hoepelen repen: /  rieëpe (Kaulille), lang uitspreken met klemtoon op de e  riëpe (Kaulille), vgl. rieëp: velg van fiets.  rieëpe (Kaulille), ringen: ringen (Kaulille) / [SND (2006)] || Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)] || Met de hoepel (oude fietsvelg) spelen. III-3-2
hoepelrok repenrok: repəroͅk (Kaulille) hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] III-1-3
hoepels van de huifkar repen: rēpǝ (Kaulille) Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99] I-13
hoeven verwijderen klauwen afdoen: klǫwǝn āfdōn (Kaulille) Eerst wordt de gehele poot verwijderd van het lijf en dan worden later de hoeven van de poot gekapt. Het kan zijn dat sommige antwoorden eerder duiden op het begrip "poot verwijderen" dan op "hoef verwijderen". [N 28, 46; monogr.] II-1
hoge herenschoen hoge schoen: hūəXsXōən (Kaulille) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed buis: bújs (Kaulille) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis buis: bøͅys (Kaulille), bújs (Kaulille) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2