e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meer melk gaan geven meer geven: miǝr gɛ̄vǝ (Kaulille) [N 3A, 68] I-11
meerderjarig boven de twintig: znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;  boven de twintig (Kaulille, ... ), meerjarig: znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;  mierjarig (Kaulille, ... ), mondig: znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;  munich (Kaulille, ... ), munnich (Kaulille, ... ) meerderjarig [ZND 01u (1924)] || meerderjarig (boven de 21 jaar) [ZND 01 (1922)] || meerderjarig ; hij is - (boven de 21 jaar) [ZND 31 (1939)] III-2-2
meerkoet meerkoet: mērkut (Kaulille) meerkoet (38 witte bles en bek; niet zo algemeen; niet op kleine watertjes; meestal met velen bijeen; roep keffend [N 09 (1961)] III-4-1
meester meester: mi.əstər (Kaulille) (school)meester [RND] III-3-1
meetje steken schraampje steken: schrepke stae:ke (Kaulille, ... ) het spel waarbij men centen werpt in een bepald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken] [N 112 (2006)] || Spel waarbij men muntstukken gooit in een bepaald vak. III-3-2
mei mei: mei:j (Kaulille), meij (Kaulille) de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)] || Meiboom (de versierde tak die op een in aanbouw zijnde woning geplaatst wordt of bij een of andere gebeurtenis aan de voordeur wordt geplaatst). III-3-2
meid, dienstmeid meid: mɛi̯t (Kaulille) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn haagdoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  haagdeurn (Kaulille) haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] III-4-3
meikever eikenmulder: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;  eikemulder (Kaulille) meikever [ZND 01 (1922)] III-4-2
meisje maagdje: mèchtje (Kaulille), méégdsjə (Kaulille), meid: meid (Kaulille), meisje: meiske (Kaulille) meisje [ZND 11 (1925)] III-2-2