20911 |
pruim |
pruim:
proem (L316p Kaulille)
|
[ZND 34 (1940)]
I-7
|
18926 |
prutsen |
frutselen:
frutselen (L316p Kaulille),
knutselen:
aan eets knutselen (L316p Kaulille),
onnuttig bezig zijn:
ofwel onnuttig bezig zijn ofwel met geduld iets doen (L316p Kaulille),
prullen:
prullen (L316p Kaulille),
prutsen:
prutse (L316p Kaulille),
prutsen (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille,
L316p Kaulille)
|
Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)] || prutsen: betekenis [ZND 40 (1942)] || prutsen: uitspraak [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18930 |
prutswerk |
geknoei:
wa e geknooi (L316p Kaulille),
wat ⁄n geknoei (L316p Kaulille),
geknutsel:
wāt ej gəknoͅtsəl (L316p Kaulille),
vuiligheid:
wat ⁄n voeligheid (L316p Kaulille)
|
Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pø̜jmstiǝn (L316p Kaulille),
pǫmstiǝn (L316p Kaulille)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
brōbb`ls (L316p Kaulille),
puistjes:
puûstsj`s (L316p Kaulille)
|
Puistjes (bobbels, broebels, bulten). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
18693 |
pullover |
pullover:
pəlōvər (L316p Kaulille)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
tip:
tøp (L316p Kaulille)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
18615 |
puntmuts |
puntmuts:
púntmuts (L316p Kaulille)
|
puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)]
III-1-3
|
17594 |
pupil |
pupil:
p`pil (L316p Kaulille)
|
Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt (pupil, kijker, oogappel). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
23279 |
purper |
paars:
paars (L316p Kaulille),
pēīrs (L316p Kaulille),
poars (L316p Kaulille)
|
Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|