e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schram schar: schàèr (Kaulille) Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab, krets). [N 107 (2001)] III-1-2
schrammen schrouwselen: schrows’le (Kaulille) Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, (s)krassen, krabbe(le)n). [N 107 (2001)] III-1-2
schrede schrede: schrei (Kaulille), schrijj (Kaulille), stap: stap (Kaulille), trede: trei (Kaulille) een schrede (zover men ineens kan stappen) [ZND 42 (1943)] III-1-2
schreeuwen kwieken: kwiǝkǝ (Kaulille), schreeuwen: sxrȳwǝn (Kaulille) Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
schrobbezem schrobborstel: skroͅp˂boͅrstəl (Kaulille), sxroͅboͅrstəl (Kaulille) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schroeien schrillen: schrŭllen (Kaulille) schroeien (zengen) [ZND 08 (1925)] III-2-1
schuchter verlegen: ook materiaal znd 21, 36  verlègen (Kaulille) schuchter (bloode) [ZND 01 (1922)] III-1-4
schudden met de riek schudden: sxø̜dǝn (Kaulille) Bij het mest spreiden maakt men met de riek telkens al schuddende een slingerende beweging. [N M, 12b; N 11A, 24; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
schuier kleerborstel: klīrboͅrstəl (Kaulille) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schuifijzer schuifijzer: sxuf˱īzǝr (Kaulille), schuifring: sxufriŋ (Kaulille) Elk van de ijzeren staven waar het zeil aangeschoven wordt. In l 265 en l 330 was dit systeem niet bekend; in l 265 werden de zeilen met behulp van een ketting vastgezet. [N O, 5l; N O, 5m] II-3