e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braamsluiper bramenteut: brieëmetäöt (Keent), hegteut: hektäöt (Keent), teut: täöt (Keent), wolteut: wioltäöt (Keent) braamsluiper III-4-1
braamstruik bramen: brieëm (Keent) braamstruik III-4-3
braden braden: ¯nen Herst, ¯ne eike en aerpel braoje gebraoje aerpel  braoje (Keent) braden in vet of olie III-2-3
braken braken: brākǝ (Keent) De houtachtige stengels van het vlas met behulp van een braak kneuzen en breken, zodat ze eraf vliegen. [N 48, 16a; monogr.] II-7
brandblaar brandblaar: brandjbloar (Keent) Een brandblaar. [DC 14 (1946)] III-1-2
branden borren: bøͅrə (Keent) branden III-2-1
brandnetel netel: neêtel (Keent) netel III-4-3
brandstof stokens: stuəkəs (Keent) iets om te stoken III-2-1
brasem brasem: vis  brieësem (Keent) brasem III-4-2
brem brem: bräöm (Keent) brem III-4-3