e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broekland, moeras broek: broôk (Keent), moer: (meervoud: moore).  moor (Keent), moest: moeëst (Keent), tus: tus (Keent), (zo wordt het ook genoemd).  tis (Keent), zomp: zômp (Keent) moerasland, drassig land || moerassig land || moerassige grond, verende grond in een stuk weiland III-4-4
broer broer: broor (Keent) broer III-2-2
bromtol bromkernel: brŏmkernèl (Keent), zoemkernel: zoemkernèl (Keent) Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. II. als deze van blik en bontgekleurd is? [DC 24 (1953)] III-3-2
broodje kadetje: kedet’je (Keent), pistolet: Fr. pistolet Verklw. pisteleeke  pistelee (Keent), schietspoel: Verklw. scheetspeulke  scheetspool (Keent) broodje || klein broodje met deuk || langwerpig broodje III-2-3
broodpap brokkelpap: Verklw. brokkelpepke  brokkelpap (Keent) zwartbrood, gebrokkeld in botermelk III-2-3
bruid bruid: broêt (Keent) bruid III-2-2
bruidegom bruidegom: broêdegóm (Keent) bruidegom III-2-2
bruidsmeisje bruidje: in het wit gekleed meisje bij huwelijk of processie  bruûtje (Keent) bruidje III-2-2
bruiloft bruiloft: broêleft (Keent) bruiloft III-2-2
buffwis buff: bøf (Keent), buffhout: bøfhǫwt (Keent), buffwis: bøfwes (Keent) De gekookte en daarna ontschorste wis. [N 40, 3; monogr.] II-12