e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meikever koning: kuuëning (Keent), mulder: mölder (Keent), predikant: prittekânt (Keent) meikever III-4-2
meisje maagdje: maechtje (Keent), pul: pöl (Keent) meisje III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft geliefde: geleêfdje (Keent) geliefde, liefje III-2-2
melde schietmelde: scheetmîltj (Keent) melde III-4-3
melk van het paard melk: mɛlǝk (Keent) De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57] I-9
melk zeven zijen: zei̯ǝ (Keent) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkzeef zijschotel: zei̯sxuǝtǝl (Keent) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
menen menen: meîne (Keent) menen, denken, bedoelen III-1-4
mens mens: zowel voor man als vrouw  mins (Keent) mens III-2-2
merel smeerling: smaerling (Keent) merel III-4-1