e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bovenlicht overlicht: overlicht (Kelmis) Zie kaart. Met de term 'bovenlicht' kan zowel een vast raam boven een (voor)deur als het al dan niet naar binnen openklappend bovenste deel van een raam worden bedoeld. De woordtypen 'waaier', 'waai', 'spinnekop', 'deurlicht' en 'deurvenster' duiden specifiek een vast raam boven een deur aan. [S 4; L 1 a-m; L 22, 10; L B1, 170; N 55, 54a; A 46, 10a, add.; A 46, 10c; A 49, 10; monogr.] II-9
bovenlip overlip: ooverlép (Kelmis) bovenlip [N 10b (1961)] III-1-1
braadworst braadworst: brótwôôsj (Kelmis) braadworst [N 06 (1960)] III-2-3
braaf braaf: het kénk és braaf (Kelmis), lief: het kénk és lééf (Kelmis) braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] III-1-4
braambes bramelen: broͅmələ (Kelmis) braam(bessen) [RND] III-4-3
braambessen bramelen: bromǝlǝ (Kelmis) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5
braden braden: met hoedje ô op de o  vleesch brōne (Kelmis) vlees braden en vlees bakken [ZND 22 (1936)] III-2-3
braken braken: brèèjke (Kelmis), kotsen: kotse (Kelmis), overgeven: över jève (Kelmis) overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2
branden berren: bɛə.nə (Kelmis), brennen: (men roept) ǝt bręnt (Kelmis) branden [ZND 01 (1922)] || Waarschuwingsroep bij het branden van de lont als teken dat de explosie spoedig zou komen. [monogr.] II-4, III-2-1
brandhout gelachterhout: jəlātərhōt (Kelmis, ... ), klein hout: klē hōt (Kelmis, ... ), kleinhout: klee hoot (Kelmis) [ZND 22 (1936)]brandhout [ZND 01 (1922)] || brandhout; klein hout voor de kachel [ZND 22 (1936)] I-7, III-2-1