| 20529 |
rauw |
groen:
grêûn (L320b Kelpen),
rauw:
rauw (L320b Kelpen)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 18868 |
razen en tieren |
razen:
razen (L320b Kelpen)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19120 |
razend van woede |
dol:
dol (L320b Kelpen),
door het dolle her:
door ət dollə héér (L320b Kelpen)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22000 |
recht uit de richting van de losplaats aankomen |
zuiver uit de richting:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
zuu.vər oet də richting (L320b Kelpen)
|
Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21720 |
rechtspreken |
berechten:
berechten (L320b Kelpen)
|
rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18961 |
rechtvaardig |
rechtvaardig:
rechtvéérdich (L320b Kelpen)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25083 |
reeks, rij |
rij:
riej (L320b Kelpen)
|
een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 22078 |
reinigen (van de hokken) |
poetsen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
poetsə (L320b Kelpen)
|
Hoe zegt men: het reinigen van de hokken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21195 |
reis |
reis:
reis (L320b Kelpen)
|
het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21201 |
reiskoffer |
koffer:
koffər (L320b Kelpen)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)]
III-3-1
|