e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemene vrouw nut vrouwmens: nöt vrouwməs (Kelpen) een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] III-1-4
gemoed gemoed: gəmoo.t (Kelpen) het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)] III-1-4
genezen beter: béétər (Kelpen) Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)] III-1-2
genoegen (doen) plezier: pləzeer (Kelpen) tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4
gereed vaardig: véérdich (Kelpen) klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] III-1-4
gering aantal, een paar paar: paa.r (Kelpen) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] III-4-4
geschenk cadeautje (<fr.): kadootjə (Kelpen) dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)] III-3-1
geslacht familie: fəmie.lie (Kelpen) de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
gestichte mis gestichte mis: gestigdje mes (Kelpen) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
getalzijde van een geldstuk munt: muntj (Kelpen) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2