| 22027 |
jong dat pluimen begint te krijgen |
met stoppelen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
mét stoppələ (L320b Kelpen)
|
een jong met schietende pluimen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24175 |
jong en kaal vogeltje |
kweggel:
kwegkələ (L320b Kelpen),
kweggelen:
kwegkələ (L320b Kelpen)
|
een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
kaal:
kaal (L320b Kelpen)
|
nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 24338 |
jong van een dier |
jong:
WLD
jon-k (L320b Kelpen)
|
Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 21910 |
jonge duif |
pieper:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
piepər (L320b Kelpen)
|
Hoe heet een jonge duif, nog te jong om mee te spelen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
vrijer:
vriejər (L320b Kelpen)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 20380 |
jongen met wie men verloofd is |
jong:
jôong (L320b Kelpen),
vrijer:
vriejər (L320b Kelpen)
|
verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 24177 |
jongste vogeltje uit het nest |
achterblijver:
achtərblievər (L320b Kelpen)
|
jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 21336 |
juffrouw |
juffrouw:
juffrouw (L320b Kelpen)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 17607 |
jukbeen |
jukbeen:
jukbeen (L320b Kelpen)
|
Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)]
III-1-1
|