23276 |
vroegmis |
eerste mis:
di.əstə mis (K317a Kerkhoven)
|
vroegmis [RND]
III-3-3
|
21276 |
vrouw |
wijf:
wɛ.f (K317a Kerkhoven),
wɛ.if (K317a Kerkhoven)
|
vrouw [RND], [RND]
III-3-1
|
17714 |
vrouwelijk geslachtsdeel |
feep:
feep (K317a Kerkhoven),
kut:
kut (K317a Kerkhoven),
pruim:
prèùm (K317a Kerkhoven),
prut:
preut (K317a Kerkhoven),
snee:
snee (K317a Kerkhoven),
spleet:
spleet (K317a Kerkhoven)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
34059 |
vrouwelijk kalf |
vaarsje:
vɛǝskǝ (K317a Kerkhoven)
|
[N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.]
I-11
|
34390 |
vrouwelijk schaap in het algemeen |
germ:
gęrǝm (K317a Kerkhoven),
ooi:
ȳ (K317a Kerkhoven)
|
De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.]
I-12
|
34308 |
vrouwelijk varken |
zeug:
zø̄x (K317a Kerkhoven)
|
Vrouwelijk varken. Ten aanzien van gelt wordt opgemerkt dat het synoniem is met zeug (L 416), dat het een vrouwelijk, niet gedreven varken is (L 312, 353), dat het een vrouwelijk varken is dat niet dient voor de kweek (L 282, 286, 313, 315, 316, 354, 355, 356) of juist wel voor de kweek is bestemd (K 278). Verder kan het een oud woord zijn voor de zeug (L 354, 355) en kan het op een gesneden, vrouwelijk varken duiden (L 312). Oorspronkelijk duidde gelt op het gecastreerde vrouwelijk varken. In de loop van deze eeuw is men gelt ook gaan gebruiken voor het vrouwelijk varken. [L 20, 4a; L 14, 13; L 3, 2a; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 4, 4c; Wi 9; NE 1, 12; NE 2.I.8; AGV K1; R XII, 46; Gwn 5, 11; N M, 22 add.; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
21920 |
vrouwelijke duif |
duivin:
doͅivin (K317a Kerkhoven),
oi als in soif
doivin (K317a Kerkhoven)
|
Duif, vrouwelijk. [ZND 39 (1942)] || Wijfjesduif. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
34543 |
vrouwelijke eend |
hen:
hen (K317a Kerkhoven)
|
[L 1a-m; JG 1a, 1b; S 18; A 6, add.]
I-12
|
34550 |
vrouwelijke gans |
hen:
hen (K317a Kerkhoven)
|
[A 6, 5b; L 1a-m; JG 1a, 1b; S 9; monogr.]
I-12
|
34447 |
vrouwelijke geit |
geit:
gē̜ǝt (K317a Kerkhoven)
|
[N 77, 82; N 77, 79; JG 1a, 1b; N 19, L 322 add.; monogr.]
I-12
|