e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkhoven

Overzicht

Gevonden: 1473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de gezamenlijke balken van de eg, het egraam raam: rãm (Kerkhoven) De eg bestaat uit een aantal hoofdbalken die onderling verbonden zijn door dwarsbalkjes of scheien. Tezamen vormen ze het raam van de eg. De in dit lemma opgenomen termen zijn van toepassing op de egbalken in het algemeen. Ze werden opgegeven als benaming voor zowel de hoofd- als de verbindingsbalkjes. Aan het eind van het lemma zijn een aantal voor zichzelf sprekende termen opgenomen, die betrekking hebben op het door hoofd- en dwarsbalkjes gevormde geraamte van de eg. [JG 1a + 1b; N 11, 69a + b; N 11A, 155c; monogr.] I-2
de grond vasttreden, aanstampen pletsen: plętsǝ (Kerkhoven), treden: [treden] (Kerkhoven) In de moestuin of op een klein perceeltje kan men - wanneer men niet over een hand- of tuinrol beschikt - de bewerkte grond platkloppen met de spade, de schoep of een plet-plank ofwel vasttreden met de voeten, waarbij dan vaak plankjes onder de klompen worden gebonden. Voor de dialectvarianten van het woord(deel) ''treden'' zij verwezen naar het lemma ''het land aftreden''. [JG 1a + 1b + 1d; N P, 20 add.; monogr.] I-2
de kaarten steken steken: steken (Kerkhoven) de kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken] [N 112 (2006)] III-3-2
de koningin knippen de moeder knippen: dǝ mujǝr knepǝ (Kerkhoven) De vleugels van de koningin of moer knippen. Men probeert hiermee het zwermen te verhinderen. [N 63, 96c; monogr.] II-6
de koningin merken merken: merken (Kerkhoven) Het duidelijk herkenbaar maken van de koningin door verf, lak, gekleurde plaatjes. Volgens informanten gebruikt men ook Tippex, gekleurd zilverpapier en nagellak. Een goedkoop en uitstekend middel tot herkenning zijn de staniolplaatjes. Men heeft ze in de kleuren rood, groen, zilver en goud. Elk jaar wordt een andere kleur gebruikt. Er zijn kleine nummertjes op gedrukt van 1 tot en met 100. Met kleefstof wordt één zo''n plaatje op het borststuk van de moer bevestigd. Het nummer geeft het individu aan en de kleur de ouderdom (De Roever, pag. 544). [N 63, 102a; N 63, 102b; Ge 37, 166; monogr.] II-6
de mei vieren mei vieren: mei vieren (Kerkhoven) de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)] III-3-2
de merrie dekken dekken: dękǝ (Kerkhoven) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de moederkorf afkloppen kloppen: kloppen (Kerkhoven) Bij het jagen de onderste korf of moederkorf met beide handen gedurende ongeveer een kwartier van onderen naar boven bekloppen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 88a; monogr.] II-6
de ploeg inzetten (de ploeg) inzetten: ezętǝ (Kerkhoven) Nadat men de wentel- of de keerploeg gedraaid heeft of de voetploeg over de wendakker gesleept heeft, laat men de ploeg weer in de grond schieten om een nieuwe voor te ploegen. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 123a; monogr.] I-1
de ploeg uit de voor laten komen uitrijden: ø̜trę̄ǝ (Kerkhoven) Als men bij het ploegen van een voor het einde van het stuk of de keerstrook bereikt heeft, laat men de ploeg uit de grond komen. Met deze handeling wordt het keren ingezet. Blijkens een aantal termen tilt men de ploeg op of laat men de staart los of duwt deze zover om, dat de schaar niet meer voort. Een wentelploeg haalt men uit de voor, door na ontgrendeling van de ploegboom de achterploeg aan de staart (meestal naar rechts) om te trekken, waardoor het dubbele ploeglichaam gaat kantelen. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 123b; monogr.] I-1