e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkhoven

Overzicht

Gevonden: 1473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met paard en kar rijden varen: vǭrǝ (Kerkhoven) [JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.] I-10
met paard en koets rijden, paardrijden rijden: rē̜ǝ (Kerkhoven) Het paard besturen als het voor de koets gespannen is, of als het als rijdier gebruikt wordt. Deze twee begrippen worden terminologisch niet onderscheiden. [JG 1a, 1b; Wi 29; monogr.] I-10
met sneeuwballen gooien add. deugeniet: [sic: ue]  duegeniet (Kerkhoven) met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken] [N 112 (2006)] III-3-2
met staande kar varen staande kar varen: stǭndǝ kār vǭrǝ (Kerkhoven) Met één paard en twee of drie karren rijden. Als men met twee karren rijdt, haalt het paard met de ene kar een lading bij, terwijl de tweede kar ontladen wordt. Als men met drie karren rijdt, is men, terwijl het paard met een eerste kar onderweg is, op de ene plaats een tweede kar aan het laden en op de andere een derde aan het ontladen. [JG 1a, 1b] I-10
met vuur spelen met vuur spelen: mee vuur spele is gevoarlijk (Kerkhoven) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-3-2
metselaar metser: mę ̞tsǝr (Kerkhoven) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
miauwen miauwen: miauwə (Kerkhoven) miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
middag (s middags) middag: midàch (Kerkhoven) middag [RND] III-4-4
middelvinger middelste vinger: middelste vinger (Kerkhoven) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, middelste vinger, langeman, lang(st)e vinger). [N 106 (2001)] III-1-1
middendeel van het paard lijf: lēǝf (Kerkhoven) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9