24957 |
eb, laagtij |
teruggang:
tseruk jank (Q121p Kerkrade)
|
eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25024 |
echo |
echo:
echo (Q121p Kerkrade)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20394 |
echtgenoot |
echtgenoot:
echtgenoot (Q121p Kerkrade),
ehemann (du.):
ieëman (Q121p Kerkrade),
ieë’man (Q121p Kerkrade),
jong:
mienne jóng (Q121p Kerkrade),
man:
man (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade),
mijne, de -:
d’r mienge (Q121p Kerkrade)
|
(man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || echtgenoot || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
ehefrau (du.):
ieëvrauw (Q121p Kerkrade),
meidje:
mie meëdje (Q121p Kerkrade),
vrouw:
vrauw (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
eczeem:
ekszeem (Q121p Kerkrade)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
it (Q121p Kerkrade)
|
een eed [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
eechhörche (Q121p Kerkrade),
eech’höarsje (Q121p Kerkrade),
eekkats:
eekkats (Q121p Kerkrade)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] || eekhoorntje
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
eelt:
jelt (Q121p Kerkrade),
kwert:
kwaet (Q121p Kerkrade)
|
eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33803 |
eeltwrat, zweelwrat |
zweelwrattel:
žwelvratǝl (Q121p Kerkrade)
|
Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16]
I-9
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
inne ablas verdene (Q121p Kerkrade)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|