21449 |
handelaar |
geschftsmann (du.):
enge klenge jesjefsman (Q121p Kerkrade),
jesjefsman (Q121p Kerkrade),
klinge jesjefs man (Q121p Kerkrade),
handelaar:
hendler (Q121p Kerkrade)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)] || Noem het (dialect)woord voor: een kleine zelfstandige? [middenstander] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
21496 |
handelen |
geschfte machen (du.):
jesjefte maache (Q121p Kerkrade),
handelen:
handele (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18903 |
handeling |
daad:
doad (Q121p Kerkrade),
gang:
jank (Q121p Kerkrade)
|
een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17661 |
handen (kindernamen) |
handjes:
hengke (Q121p Kerkrade),
hängkere (Q121p Kerkrade),
knoevelen:
knoevele (Q121p Kerkrade),
knoeveltjes:
knūūvelsjer (Q121p Kerkrade),
poezelen:
poezele (Q121p Kerkrade)
|
hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17660 |
handen (spotnamen) |
fikken:
fikke (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
griffels:
griffel (Q121p Kerkrade),
jatten:
jatte (Q121p Kerkrade),
klauwen:
klaowe (Q121p Kerkrade),
klauwe (Q121p Kerkrade),
knoken:
knaoke (Q121p Kerkrade),
knōke (Q121p Kerkrade),
knök (Q121p Kerkrade),
poten:
poate (Q121p Kerkrade),
schoppen:
schöppe (Q121p Kerkrade),
votvinger:
vōtvinger (Q121p Kerkrade)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
21519 |
handgeld |
handgeld:
hankjeld (Q121p Kerkrade)
|
eerste geld dat iemand ontvangt voor zijn waren [handsgeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
28156 |
handhamer |
handhamer:
haŋkhamǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
vuisthamer:
vūshamǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia])
|
[N 95, 742; monogr.]
II-5
|
18906 |
handig |
bedreven:
bedrè’ve (Q121p Kerkrade),
vlot:
flot (Q121p Kerkrade)
|
bedreven, handig || goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34566 |
handkar |
handkar:
hantkęr (Q121p Kerkrade),
haŋkkar (Q121p Kerkrade),
stuurkar:
štȳrkār (Q121p Kerkrade)
|
Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.]
I-13
|
28211 |
handlamp |
elektrische handlamp:
ęlɛktrišǝ haŋklamp (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
elektrische kuillamp:
ęlɛktrišǝ kullamp (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
grüle:
jryl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
potlamp:
pǫtlamp (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.]
II-5
|