e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aureool, lichtkrans aureool: awrijōl (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), gaskegel: jāskējǝl (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]) Een lichtblauw gekleurde lichtkegel om de vlam van de veiligheidslamp, zichtbaar bij de aanwezigheid van mijngas. De lengte van de lichtkegel is een maat voor het percentage aanwezig mijngas. Is het mijngasgehalte ±4,5%, dan wordt de lichtkegel zo lang, dat ze de bovenkant van de gaaskap van de veiligheidslamp raakt. Hangt de lamp enige tijd in een dergelijk mengsel, dan kan de gaaskap gaan gloeien. Een gloeiende gaaskap levert steeds een groot gevaar op, aangezien daardoor het mijngas buiten de lamp ontstoken kan worden (Handb. H. pag. 10). [N 95, 234; monogr.] II-5
auto wagen: waan (Kerkrade) een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)] III-3-1
autoped roller: roller (Kerkrade, ... ), /  roller (Kerkrade), Roller (Kerkrade) / [SND (2006)] || Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || step [SND (2006)] || Step. III-3-2
averechts, achterstevoren verkeerde zij: verkiede zie (Kerkrade) niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)] III-4-4
avondgebed avondgebed: oavendjebed (Kerkrade) Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
avondmaal avondbrood: oavendbroeëd (Kerkrade), oa’vendbroeëd (Kerkrade), òvend broe.t (Kerkrade), avondeten: aovendèèse (Kerkrade, ... ), aoventj èsze (Kerkrade), avent aesse (Kerkrade), oavedèsse (Kerkrade), avondsbrood: aoëvedsbroeëd (Kerkrade) avondeten || de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 20 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avondeten [ZND 18G (1935)] III-2-3
avondspin geluksspinnetje: eigen spellingsysteem  jelukspéntje (Kerkrade) spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)] III-4-2
azijn essig: essieg (Kerkrade), èsich (Kerkrade), Zoeë zoer wie es¯sieg D¯r knien in d¯r es¯sieg leëje  es’sieg (Kerkrade) azijn || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)] III-2-3
baalschort baalschortsel: boalsjotsel (Kerkrade) voorschoot van jute of grof linnen of een als schort gebruikte baalzak [slobbert, baolscholk, baalslop, pleggert, plekker] [N 24 (1964)] III-1-3
baantje glijden op het ijs de baan slaan: de baan slao (Kerkrade), slepen: sjliefe (Kerkrade, ... ), sjlīêfe (Kerkrade), slidderen: sliddere (Kerkrade) Baantje glijden [siddere, slibbere, sleure, kejje]. [N 07 (1961)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-3-2