e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbol chrmoule (wa.): Langwerpig zoet broodje met rozijnen en krenten en in t midden iets ingedeukt. -oe- is kort.  sjeermoel (Kerkrade), krentenbroodje: krinte-brúèdsje (Kerkrade), Syst. WBD  krinte-brūûtsje (Kerkrade) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: sjeermoel (wittebroodje of krentenbroodje?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: Syst. WBD  krintemik (Kerkrade), krentenweg: krente weck (Kerkrade), krinte wek (Kerkrade), krinte-wek (Kerkrade), krintewek (Kerkrade), krin’tewek (Kerkrade) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentebrood || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbroodje hanekam: hane-kem (Kerkrade) verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] III-2-3
kreukel vouw: vauw (Kerkrade) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen knuffelen: knoevele (Kerkrade) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen kermen: kerme (Kerkrade) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kerme (Kerkrade) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
kreupel kreupel: kruppel (Kerkrade), mank: mank (Kerkrade) Gebrekkig lopen door bijv. ongelijke lengte van de benen (honkelen, lammen, knakken). [N 84 (1981)] || Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2
kreupel zijn lam: lām (Kerkrade) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kribbebijter kribbebijter: krebǝbītǝr (Kerkrade) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9